In een dagvaardingsprocedure kunt u een oordeel van de rechter vragen over een conflict. In een verzoekschriftprocedure verzoekt u de rechter om iets te doen, bijvoorbeeld het ontbinden van een overeenkomst.
In een dagvaardingsprocedure wordt een partij middels een dagvaarding opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen. De partij die wordt opgeroepen is de gedaagde. Degene die de andere partij oproept is de eiser. Indien de gedaagde het niet eens is met de dagvaarding, dan kan hij daarop schriftelijk reageren. Dat wordt een conclusie van antwoord genoemd. Het kan zo zijn dat een gedaagde zelf een tegenvordering in wil stellen. Deze eis in reconventie kan worden opgenomen in de conclusie van antwoord.
Bij een verzoekschriftprocedure moet een verzoekschrift worden ingediend bij de rechtbank. Degene die het verzoekschrift indient is de verzoeker. In het verzoekschrift kan de verzoeker een belanghebbende of een verweerder beschrijven. Als de verzoeker dat niet heeft gedaan, dan kan de rechter zelf onderzoeken of deze er eventueel zijn en of deze opgeroepen moeten worden. De belanghebbende of de verweerder kan een verweerschrift indienen bij de rechtbank. Dit verweerschrift kan een tegenverzoek bevatten, maar dit tegenverzoek moet wel samenhangen met het oorspronkelijke verzoek.
Wanneer moet er een dagvaarding worden gebruikt en wanneer een verzoekschrift?
Een verzoekschrift moet worden gebruikt als er een beroep wordt gedaan op een wetsartikel waarin de woorden ‘verzoek’, ‘verzoekschrift’ of ‘verzoeken’ staat. Van een dagvaarding moet gebruik worden gemaakt in alle overige zaken.
Comments