Een vrouw trok bij haar partner in. De woning is volledig eigendom van de man. Partijen hebben geen samenlevingsovereenkomst. In 2011 wordt de woning verbouwd met spaargeld van de vrouw. Een bedrag van ongeveer Eur. 75.000,-. In 2012 is de liefde over. De vrouw wil de in de in de woning geïnvesteerde spaargelden van de man terug ontvangen. Zij vangt echter bot bij de rechter en kan fluiten naar haar centen.
Uiteindelijk wordt de kwestie voorgelegd aan de Hoge Raad. In de uitspraak van de Hoge Raad wordt enig beroep op regels die gelden voor gehuwden of geregistreerd partners van de hand gewezen. Als er dan ook nog eens geen samenlevingscontract is, waarop een beroep kan worden gedaan, kom je uit bij het zogenaamde algemeen verbintenissenrecht. Een beroep daarop, ongerechtvaardigde verrijking met name, zal ook echter ook lang niet altijd slagen.
De Hoge Raad biedt nog een kleine escape: een beroep op de redelijkheid en billijkheid is niet uitgesloten. In deze procedure was daartoe echter niet genoeg naar voren gebracht door de vrouw. Zij staat met lege handen, nadat zij een jaartje eerder Eur. 75.000,- had geïnvesteerd in het huis van de man.
Comentários