top of page
  • Foto van schrijverSimone Dirven

Transitievergoeding bij ontslag na twee jaar ziekte?

In november 2016 lekte er vroegtijdig een conceptwetsvoorstel uit, afkomstig van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daaruit bleek dat er plannen waren om een wetsvoorstel in te dienen, op basis waarvan werkgevers de transitievergoeding, te betalen aan een zieke werknemer als die na twee jaar uit dienst gaat, onder omstandigheden van het UWV terug kunnen krijgen.


Ook een zieke werknemer wiens dienstverband na 2 jaar ziekte door de werkgever wordt opgezegd, heeft namelijk recht op de wettelijke transitievergoeding. Door veel werkgevers wordt dat als heel oneerlijk ervaren: eerst moet voor een periode van twee jaar het loon van de werknemer worden doorbetaald en vervolgens heeft de werknemer bij ontslag ook nog eens recht op de transitievergoeding! Zeker voor werkgevers in het MKB of werkgevers die niet verzekerd zijn voor de loondoorbetalingsverplichting tijdens ziekte, is dit een hard gelag.


Op 20 maart 2017 is het eerder uitgelekte wetsvoorstel ingediend. Het uitgangspunt is dat werkgevers een (in beginsel) volledige compensatie krijgen van de kosten van de transitievergoeding, te betalen door het UWV. De financiering daarvan vindt plaats via een verhoging van de WW-premie.  Naar verwachting zal de invoering van die wetgeving nog wel even op zich laten wachten, namelijk per 1 januari 2019.


Tot die tijd geldt de huidige regelgeving nog: een werkgever die het dienstverband met een arbeidsongeschikte werknemer na 2 jaar ziekte opzegt, moet een transitievergoeding betalen. De enige manier om dat te voorkomen, is het dienstverband níet op te zeggen en de arbeidsovereenkomst dus ‘slapend’ voort te zetten. Dat lijkt een ideale oplossing, nu de werknemer immers geen recht meer heeft op loondoorbetaling. Inmiddels hebben diverse rechters uitgemaakt dat een werkgever in zo’n geval ook mag kiezen voor een slapend dienstverband. Het onbetaald in dienst houden van een zieke werknemer, om zo de transitievergoeding niet te hoeven betalen, is niet te kwalificeren als onzorgvuldig gedrag van de werkgever, aldus de rechtspraak.


Overigens kleven er aan zo’n slapend dienstverband ook wel risico’s. De zieke werknemer die op enig moment toch nog (geheel of deels) herstelt, kan dan namelijk aanspraak maken op (passend) werk bij de werkgever en in lijn daarmee op loondoorbetaling! Het is op dat moment niet meer mogelijk om het dienstverband op te zeggen vanwege 2 jaar ziekte. Als werkgever zit er dan niets anders op dan ofwel de werknemer aan het werk te zetten ofwel te bekijken of het mogelijk is om een einde van het dienstverband te bewerkstelligen. In dat laatste geval zal alsnog de transitievergoeding om de hoek komen kijken. Het is dus van belang om goed na te denken over de te ondernemen stappen, op het moment dat een werknemer 2 jaar ziek is. Hierbij is het ook van belang om te weten dat het uitgangspunt van het wetsvoorstel zoals hiervoor besproken is, dat er ook compensatie wordt gegeven voor transitievergoedingen (na 2 jaar ziekte) die zijn betaald tussen 1 juli 2015 en 1 januari 2019.


De Raad van State heeft een adviserende rol rondom wetsvoorstellen. De Raad van State heeft inmiddels gereageerd op het wetsvoorstel en is behoorlijk kritisch. Volgens de Raad lost het wetsvoorstel het werkelijke probleem, namelijk de hoge kosten die een werkgever heeft van een langdurig zieke werknemer, helemaal niet op en vraagt zich daarom af waarom er niet gewoon gekozen is voor het schrappen van de transitievergoeding voor langdurig zieke werknemers. Het wetsvoorstel houdt de hoge kosten in stand en brengt uiteindelijk alleen nog maar meer kosten met zich mee. Dit omdat het UWV zich bezig zal moeten gaan houden met de uitvoering van de regeling en dat kost ook geld.


Inmiddels is gelukkig duidelijk dat de politiek ook aandacht heeft voor de hoge kosten die werkgevers hebben als zij te maken hebben met zieke werknemers: en twee jaar het loon doorbetalen en de transitievergoeding. Eindelijk is men bereid er iets aan te doen. Het is nu afwachten wat de politiek zal gaan doen met het wetsvoorstel en of het nog zal worden gewijzigd.

1 weergave
bottom of page