top of page
  • Foto van schrijverSimone Dirven

Het niet nakomen van afspraken wegens de economische crisis, is dat legitiem?

Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen: dat is het uitgangspunt in ons recht. Als uitzondering daarop bestaat de mogelijkheid om de rechter te vragen de inhoud en/of gevolgen van een overeenkomst te wijzigen op grond van onvoorziene omstandigheden ex artikel 6:258 BW.  Daarbij kan worden gedacht aan de situatie waarin een contractpartij overlijdt, of de situatie waarin een (inter)nationaal conflict het onmogelijk maakt om een contract na te komen. Contractpartijen hebben dit soort situaties vaak in hun algemene voorwaarden geregeld onder de noemer ‘onvoorziene omstandigheden’.


Nadat in 2008 de financiële crisis zich in volle omvang openbaarde, werd in de bouwsector de vraag actueel of overeenkomsten ook op grond van deze crisis als onvoorziene omstandigheid konden worden opengebroken. Wie had immers bij het aangaan van die overeenkomsten kunnen voorzien dat deze sector zulke zware klappen zou krijgen?

Het Hof 's-Hertogenbosch deed onlangs uitspraak over de vraag of de economische crisis als onvoorziene omstandigheid kon worden gekwalificeerd ( ECLI:NL:GHSHE:2015:3668 ). Het hof oordeelde dat dat niet het geval is.


In het arrest van het hof kwam een bouwproject aan de orde ten aanzien waarvan de gemeente vanwege de crisis had voorgesteld bepaalde contractuele verplichtingen – zoals het betalen van een exploitatiebijdrage – coulance halve op te schorten. Dat voorstel werd op dat moment door de desbetreffende projectontwikkelaar afgewezen. De vraag kwam vervolgens aan de orde of diezelfde projectontwikkelaar achteraf – op het moment dat hij financieel het hoofd niet meer boven water kon houden - nog een beroep kon doen op

(i) onvoorziene omstandigheden zoals bedoeld in de onderhavige exploitatieovereenkomst of misschien zelfs nog op

(ii) het afgewezen voorstel van de gemeente. Het hof heeft deze vragen aldus ontkennend beantwoord.


Het hof heeft daartoe overwogen dat overeenkomsten bij projectontwikkeling vaak een speculatief karakter hebben. Zowel meevallers als tegenvallers behoren tot het ondernemersrisico, aldus het hof. Vervolgens wordt in het oordeel betrokken dat de exploitatieovereenkomst is gesloten in 2009, terwijl de gevolgen van de financiële crisis zich al sinds 2008 lieten gelden, juist ook op de vastgoedmarkt. Aanwijzingen dat dat op korte termijn anders zou zijn, waren er volgens het hof niet. Volgens het hof was er dan ook geen sprake van gewijzigde economische omstandigheden vanwege de economische crisis.

Deze uitspraak van het hof wekt op het eerste gezicht geen grote verbazing. Daar komt bij dat een geslaagd beroep op onvoorziene omstandigheden nu eenmaal niet snel mogelijk is. Vermeldenswaardig is dat het hof in dit arrest ook opmerkt dat de economische crisis in beginsel als wijziging van omstandigheden zou kunnen gelden, maar dat daarvan in dit specifieke geval geen sprake is (ro. 3.13).


Dat zou voor contracten die vóór het ontstaan van de crisis gesloten zijn dus mogelijk anders kunnen zijn, al lijken aanvullende (onvoorziene) omstandigheden dan wel een vereiste.

24 weergaven
bottom of page